Onderwijs & student
Curricula en didactiek zijn inclusief
Inclusief hoger onderwijs wordt in belangrijke mate gerealiseerd in lespraktijken. Op opleidingsniveau beschouwt een inclusief curriculum de dominantie van het meerderheidsperspectief, zoals bijvoorbeeld Eurocentrisch en Angelsaksisch, niet als vanzelfsprekend. Zoveel mogelijk diverse perspectieven en stemmen komen aan bod en een diverse studentenpopulatie wordt in het leerproces uitgenodigd om die rijkdom aan perspectieven samen te co-construeren. Dit laatste heeft betrekking op de houding waarbij docenten zich bewust zijn van eigen perspectieven en implicit bias en de mogelijke invloed hiervan op diverse studenten. Bij didactische beslissingen rond gehanteerde werk- en evaluatievormen zijn inclusie, universeel ontwerp en differentiatie leidende principes.
Getuigenis Rik Eseosa Smeets - Karel de Grote Hogeschool
Ondersteuningscontinuüm, inclusiecoördinatoren en inclusieve maatregelen – goede praktijk aan de Thomas More hogeschool
Thomas More is een hogeschool die bewust acties onderneemt op weg naar een meer inclusieve omgeving en waar elke medewerker en student kan zijn wie hij/zij/hen wil. We streven ernaar dat alle studenten en medewerkers zich bewust worden van hun eigen referentiekader en tegelijkertijd dat van anderen respecteren. We streven naar een inclusieve community waarin studenten en medewerkers verbonden zijn en zichzelf kunnen zijn en ervaren dat ze ertoe doen.
Inclusie betekent ook dat we studenten zo weinig mogelijk willen etiketteren en vertrekken vanuit het idee van Design for All maar toch ieders eigenheid waarderen en respecteren. We proberen het onderwijs zo te organiseren dat je een minimum aan uitzonderingen nodig hebt en zetten heel erg in op de brede basiszorg (zie ondersteuningscontinuüm). Attesten en statuten gebruiken we enkel als het echt niet anders kan. We hebben heel wat ervaring en voorbeelden met inclusieve maatregelen zoals: bij de meeste examens voorzien we voldoende examentijd, zodat iedereen het examen kan afwerken. In het verleden werd extra examentijd toegekend als faciliteit voor studenten met dyslexie, ADHD en anderstaligen. Door iedereen voldoende tijd te geven, moeten studenten met bv. dyslexie zich niet meer melden en ook studenten met niet geattesteerde problemen zoals faalangst of gewoon tragere werkers hebben hier baat bij. We stellen het studiemateriaal zoveel mogelijk in de originele vorm ter beschikking. Een powerpoint-presentatie bieden we aan in ppt en niet in pdf. Zo kunnen niet alleen de studenten die voorleessoftware gebruiken het makkelijker lezen, maar kunnen alle studenten zelf bepalen hoe ze het afdrukken, zodat ze er makkelijker notities bij kunnen zetten enz. We hebben een open cultuur waar studenten elke (hulp)vraag kunnen stellen en waar telkens gekeken wordt wat we kunnen betekenen voor de student.
We werken vanuit het ondersteuningscontinuüm. Een omgekeerde piramide waar duidelijk is dat we inzetten op kwaliteitsvol onderwijs en studenten een kwaliteitstraject aanbieden. We starten vanuit een uitgebreide brede basiszorg waarbij laagdrempelig contact tussen docenten en kwaliteitsvol onderwijs dat vanuit de opleidingen gestuurd wordt essentieel is. Om docenten te professionaliseren en de visie te doorleven, heeft elke opleiding een onderwijsanker en biedt de dienst onderwijs een traject didactische bekwaamheid zodat docenten weten hoe ze die brede basiszorg kunnen bieden.
Thomas more heeft per opleiding een eigen inclusiecoördinator die dicht bij de studenten staat. Dit zorgt ervoor dat er meer rechtstreekse verbinding en contact is tussen studenten en docenten en er meer mogelijk is om die brede basiszorg en eventuele redelijke aanpassingen te voorzien.
Hieronder enkele inclusieve examenmaatregelen:
- Evaluatievorm: studenten mogen voor sommige opo’s zelf hun examenvorm kiezen
- Vier ogen principe – toetsbeleid en matrix om een zo inclusief mogelijk examen te garanderen
- Universeel inclusief examensjabloon
- Inclusieve (extra) examentijd voor iedereen
- Gebruik van oordopjes is voor alle studenten toegestaan
- Eenvoudige rekenmachine is voor alle studenten bij de verschillende opo’s toegestaan
- Projectie klok met tijdsaanduiding
- Water drinken is voor alle studenten toegestaan
- Kladpapier is voor alle studenten toegestaan
- Spellingsfouten worden niet aangerekend indien het geen essentieel leerdoel is en dit voor alle studenten in alle opo’s
- Elke student mag vragen examenvragen letterlijk voor laten lezen door toezichter
- Examenspreiding wordt optimaal georganiseerd voor alle studenten
Beleidsverankering
Elke opleiding heeft een eigen inclusiecoördinator die de taak heeft om acties en thema’s rond inclusie binnen te brengen in de opleiding met Design for All als fundament. De inclusiecoördinator is het aanspreekpunt en de belangenbehartiger voor studenten en kandidaat-studenten met een ondersteuningsvraag. De inclusiecoördinator is aangesteld door de unitmanager en directeur studentenbeleid.
Medewerkers ontwikkelen diversiteitscompetenties - goede praktijk aan de Universiteit Hasselt
In inclusief onderwijs zijn diversiteitscompetenties van medewerkers noodzakelijk. Dit is als operationele doelstelling (OD) opgenomen in het onderwijsbeleidsplan (2022-2029): ‘Aan UHasselt ontwikkelen medewerkers diversiteitscompetenties’. Als diversiteitscompetenties is gekozen voor de volgende zes:
- Ken je eigen perspectief/positionaliteit en wees zelfreflectief
- (H)erken de diversiteit van de lerenden en speel hierop in
- Ontwerp gedifferentieerde en uitdagende leerstrategieën
- Creëer en gebruik diverse inhouden/bronnen/benaderingen
- Zorg voor een inclusief/veilig leef- en leerklimaat
- Werk inclusief samen en ga actief op zoek naar “alliances”
Er wordt ondersteund door middel van diverse vormen van materialen, goede praktijken en Q&A voorbeelden in een toolbox op intranet. Tevens is er een gevarieerd aanbod van professionalisering gericht op diverse categorieën medewerkers.
Sinds 2014 is de opleiding basiskwalificatie onderwijs (BKO) aan UHasselt VSNU-gecertificeerd binnen de wederzijdse erkenning en zijn alle BKO-competenties verplicht aan te tonen door alle docenten in tenure track. De diversiteitscompetenties zijn geïntegreerd terug te vinden in de BKO-eindcompetenties.
Ook voor assistenten is er een traject met eindcompetenties die voorbereiden op die van de BKO maar waarbij de focus op het eigen opleidingsonderdeel en opleidingstaak ligt.
Naast de trajecten voor assistenten en tenure track docenten is er een open aanbod waar iedereen kan aan deelnemen. Dit kan onder de vorm van een meerdaagse training of een thematische module van een of meerdere dagdelen.
De thematische modules zijn zeer gevarieerd zoals bijvoorbeeld studenten in armoedesituaties, interculturele competenties, studenten in bijzondere omstandigheden, diversifiëren in inclusief onderwijs.
Beleidsverankering
De doelstelling dat alle medewerkers diversiteitscompetenties ontwikkelen is verankerd in het onderwijsbeleidsplan. Hierdoor is het onderdeel van de kwaliteitszorg in eigen regie. De zes diversiteitscompetenties zijn besproken en goedgekeurd door de onderwijsraad waar alle faculteiten in vertegenwoordigd zijn. De monitoring van de doelstelling ligt niet bij de opleidingen maar bij de centrale dienst onderwijs. Het is nog in bespreking waarin die monitoring zal bestaan en op basis van welke (inspannings/prestatie?)indicatoren.
De ontwikkeling van diversiteitscompetenties is regulier beleid en onderwijsondersteuning en -professionalisering formele opdrachten van de dienst onderwijs. Hier zijn mensen en middelen aan toegekend.
Door middel van een tweejarig Erasmus+ project e-Inclusion werden onder andere een awareness raising tool (ART) en micromodules ontwikkeld rond diversiteitescompetenties voor docenten in hoger onderwijs. De ART en de ontwikkelde materialen worden, op maat van de eigenheid in de instelling, gebruikt in de professionalisering georganiseerd door de dienst onderwijs. In dit opzicht is projectwerking een toegevoegde waarde voor regulier beleid.
Buiten het behalen van de reeds vermelde BKO-competenties voor tenure track docenten is er geen verplichting om professionalisering te volgen. Dit maakt al dan niet deelname vrijblijvend en berustend op intrinsieke motivatie.
Getuigenis Rik Eseosa Smeets
Laatstejaars student Sociaal Werk Karel de Grote Hogeschool, voormalig lid van de studentenraad
“Het is enorm waardevol dat ik mijn religieuze identiteit in alle openheid kan beleven”
“Ik ben praktiserend moslim en studeer sociaal werk aan de Karel de Grote Hogeschool (KdG). In het secundair onderwijs was het uitgesloten dat je tijdens de les kon gaan bidden. In de pauzes zocht ik een gang waar weinig mensen kwamen en ging daar bidden. Of ik liep na schooltijd naar het stadspark. Ik voelde me opgejaagd en niet op mijn gemak. Alsof ik een dubbel leven leidde en een belangrijk deel van mezelf moest verstoppen. Dat maakte me zeer ongelukkig.
Tijdens het vak divers sensitieve vaardigheden kwam het onderwerp bidden op het werk aan bod. Hoe ga je hierover in gesprek met de leidinggevende? Een aantal studenten greep het moment aan om te vragen of je als student mag gaan bidden tijdens een les. Dat werd toegestaan. Het is niet de bedoeling dat je zomaar opstaat en een uur wegblijft. Je moet altijd vooraf toestemming vragen aan de docent. Maar de ervaring leert dat veel docenten hiervoor open staan en er veel mogelijk is als je goede afspraken maakt.
Het is een enorme opluchting dat de KdG bidden tijdens de les wél toestaat. De hogeschool beschikt over een stille ruimte die altijd toegankelijk is en waar gebedsmatjes beschikbaar zijn. Studenten kunnen zich er op elk moment van de dag terugtrekken. Het maakt dat ik het gevoel heb helemaal mezelf te kunnen zijn en dat is ongelooflijk waardevol.
Culturele verbondenheid
De KdG investeert veel in diversiteit- en inclusie. Maar niet alle initiatieven en activiteiten zijn even goed bekend. Er wordt te vaak gedacht dat de student het allemaal wel weet. De informatie staat immers op Canvas. Niet alle studenten vinden makkelijk hun weg op dit digitale leerplatform. Er zou meer over de interculturele activiteiten gecommuniceerd moeten worden.
Een goed voorbeeld zijn de studentenverenigingen. De klassieke studentenverenigingen organiseren dooprituelen waar veel bier wordt gedronken. Studenten met een migratie achtergrond voelen zich daar niet altijd door aangesproken. Op KdG zijn ook studentenverenigingen actief die het anders aanpakken, zoals Mahara dat zich op studenten met een moslimachtergrond richt of AYO dat studenten met Afrikaanse roots aanspreekt. Zelf leerde ik deze verenigingen pas kennen na een tip van een medestudent. Eigenlijk zou KdG elke startende student hiervan op de hoogte moeten brengen. Het is niet alleen voor studenten met een migratieachtergrond interessante informatie, maar ook voor studenten zonder migratieachtergrond. Dan leren zij andere culturen en overtuigingen kennen. Meer kennis en contact zorgt voor meer verbinding.
KdG investeert veel in beleidsinspraak van studenten. Er zijn de opleidingsraden, de campusraden en er is de algemene overkoepelende studentenraad. Het afgelopen jaar was ik lid van de studentenraad. Het thema diversiteit en inclusie was een belangrijk onderwerp. We ijverden voor een betere werking en bekendmaking van het meldpunt grensoverschrijdend gedrag en discriminatie. Het is heel goed dat dit meldpunt bestaat, maar opnieuw zijn te weinig studenten op de hoogte van dit initiatief. Bovendien is het heel belangrijk dat het meldpunt wordt bemand door iemand die onafhankelijk is van KdG. Anders voel je je als student niet veilig om een melding te maken. Je zit toch in een afhankelijke positie.
Zelf heb ik nog nooit te maken gehad met discriminatie en ik ben er ook nooit getuige van geweest bij een andere KdG student.
KdG studenten met verschillende diversiteitskenmerken hebben veel contact met elkaar. Tegelijk zijn er ook vaak subgroepjes. Soms ook uit noodzaak. Moslima’s krijgen regelmatig te maken met een verbod op het dragen van een hoofddoek op de stageplek. Zij zoeken steun bij elkaar of wisselen tips uit over stageplekken waar je wél een hoofddoek mag dragen. De culturele verbondenheid is belangrijk om je thuis te voelen.
De diversiteit onder KdG studenten is groot. Gelukkig groeit die ook onder KdG medewerkers. Het is belangrijk dat het docentenkorps gelijkenissen vertoont met de studentenpopulatie. Docenten hebben een belangrijke functie als rolmodel en vertrouwenspersoon. Het is heel fijn als je iemand kan aanspreken die op je lijkt en die mogelijk dezelfde ervaringen heeft. Soms maakt dat voor een student het verschil tussen opgeven en doorzetten.”