Nederland
Peers aan het woord:
Els Verhoef
Bestuurder, docent en adviseur in het hoger onderwijs
Els Verhoef is als panelvoorzitter en panellid namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken
LEES het interview
Els Verhoef
Els Verhoef is als panelvoorzitter en panellid namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken.
Op basis van vertrouwen
“Het is essentieel om op basis van vertrouwen open en onafhankelijk het gesprek aan te gaan tijdens een visitatie. De bevraging mag in mijn ogen best af en toe wat schuren, juist omdat er dan voor alle gesprekpartners iets te leren valt. Wat mij betreft draagt de instellingstoets kwaliteitszorg bij aan de ontwikkeling van de instelling. Instellingen bereiden zich intensief voor op de instellingstoets, waarmee alle aspecten van de interne kwaliteitszorg nog wat explicieter de revue passeren.”
Fundamenteel debat
“Bij het beoordelen van de plannen in het kader van de kwaliteitsafspraken beoordelen we of de instelling hun plan voor de besteding van de studievoorschot-middelen heeft opgesteld volgens de gemaakte sectorale afspraken. Toch is ook bij deze opdracht ruimte voor een goed gesprek en respect voor de eigenheid van de instelling. Ik ervaar de planbeoordeling vooral als een leerproces met een positieve opbrengst. Binnen de instellingen is een fundamenteel debat in gang gezet over hoe de kwaliteit van het onderwijs duurzaam verbeterd kan worden. Door de eis dat de diverse stakeholders en de medezeggenschap daar een grote rol in zou moeten krijgen, is het positief verassend om te zien waar dat in korte tijd toe kan leiden.”
Flinke boost
“De kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs heeft sinds de start van het kwaliteitszorgstelsel een flinke boost gekregen. In veel instellingen is een continu gesprek in gang gezet over onderwijskwaliteit en over kwaliteitscultuur. Het is interessant om te kijken naar de ontwikkeling in Vlaanderen, waar de instellingen de audits zelf onderling organiseren. Ook de evaluatie van de experimenten binnen het hoger onderwijs om de instelling meer ruimte te geven is van waarde. We kunnen opnieuw kijken op welke wijze de externe kwaliteitszorg het interne kwaliteitsproces het beste kan stimuleren. Het blijft een gegeven dat vreemde ogen niet alleen dwingen, maar ook andere dingen zien en bespreekbaar maken.”
Jan Welmers is als panelvoorzitter en panellid namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken.
Jan Welmers
Raad van Bestuur Heliomare
LEES het interview
Jan Welmers
Jan Welmers is als panelvoorzitter en panellid namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken.
Wat is u opgevallen tijdens de visitaties u hebt bijgewoond?
“De beoordeling van het plan van een instelling in het kader van de kwaliteitsafspraken is echt een audit. De visitatie voor de instellingstoets kwaliteitszorg is een peer review en gaat veel breder. Daar krijg je een veelzijdig beeld dat je helder probeert te krijgen. Bij de kwaliteitsafspraken moet je helder toetsen of iets aanwezig is. Beide beoordelingen zijn in hoge mate onvergelijkbaar.”
Welke kansen/uitdagingen liggen er volgens u bij de verdere uitbouw van het accreditatiestelsel?
“Wanneer de beoordelingen een tijdje lopen, instellingen op een hoger plan zijn gekomen en hebben geleerd hoe zij de accreditatie zelfbewust kunt aanpakken, kan ik mij voorstellen dat het stelsel zich verder ontwikkelt. Ik denk bijvoorbeeld aan een beweging naar instellingsaccreditatie waarbij je meer op afstand staat, meer risicogericht kijkt en op aantal onderdelen meer binair vaststelt. Een mix van audit en ontwikkelgesprek eigenlijk. Wel is een belangrijke vraag daaraan voorafgaand wat je ermee beoogt. Welke beweging binnen de instelling wil je faciliteren? Nu zie ik dat de vijf dagen van de instellingstoets bijvoorbeeld zelf een kristallisatiepunt vormen, waarbij het proces daar naartoe al van waarde is geweest. Wanneer die dagen niet waren gepland, zou de instelling die beweging wellicht niet hebben gemaakt. Wat je in gang zet om de instellingstoets kwaliteitszorg te halen, is betekenisvol. Welke trend en beweging vinden wij nu dat wij moeten maken en helpt het doorontwikkelen van het stelsel daarbij? Dat is nu de vraag voor de volgende stap. Het belang van accountability blijft daarbij altijd aanwezig.”
Wim Boomkamp is als panelvoorzitter namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken
Wim Boomkamp
Voorzitter Twente Board, oud-voorzitter College van Bestuur Saxion Hogeschool
LEES het interview
Wim Boomkamp
Wim Boomkamp is als panelvoorzitter namens de NVAO betrokken bij de visitaties van hogeronderwijsinstellingen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en de planbeoordelingen in het kader van de kwaliteitsafspraken.
Stap richting instellingsaccreditatie
“Bij de instellingstoets kwaliteitszorg viel mij in positieve zin op dat de instellingen een volwassen niveau bereikt hebben met betrekking tot kwaliteitscultuur, systematische kwaliteitszorg en kwaliteitsborging. Het is dan ook de vraag of de derde cyclus er voor alle instellingen hetzelfde uit zou moeten zien of dat een volgende stap gezet kan worden richting instellingsaccreditatie, waarbij met name het in control zijn van alle aspecten van kwaliteitszorg van de opleidingen door de instelling zelf aangetoond en onderbouwd dient te worden.”
Aanloopproblemen kwaliteitsafspraken
“Bij de beoordeling van de plannen in het kader van de kwaliteitsafspraken hebben we helaas moeten constateren dat niet alle instellingen voldeden aan de drie criteria die getoetst werden. In dat kader is mijn observatie dat het regelmatig ontbrak aan het nauwkeurig opvolgen van het - mede door de instellingen zelf geaccordeerde - protocol.
Ondanks het feit dat over het algemeen de medezeggenschap goed betrokken was, zouden de kwaliteitsafspraken en de uitvoering ervan veel meer benut kunnen worden om met name de studentmedezeggenschap verder te versterken. Zet studenten veel meer in hun kracht, daag ze uit en investeer in hen!”