Deze FOQUS wil enkele hoofdpunten belichten uit de overzichtsrapportage rond de educatieve opleidingen in Vlaanderen. Die schetst een algemeen beeld van de beoordelingsprocedures en de inhoudelijke bevindingen van de onafhankelijke en externe commissies, met uitzondering van NVAO's eigen inzichten. Voor de volledige weerslag kunt het overzichtsrapport zelf raadplegen.
INLEIDING
Vertrouwen in de toekomstige Vlaamse lerarenopleidingen
Axel Aerden, directeur Vlaanderen NVAO
Eén van de grote werven van de voorbije legislatuur was de hervorming van de lerarenopleiding, met als doel zowel de lerarenopleiding als het lerarenberoep te versterken. De specifieke lerarenopleiding (SLO) zoals die vandaag bestaat, maakt plaats voor 59 nieuwe educatieve graduaats- en masteropleidingen aan de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen. Daarmee verhuizen de opleidingen van de Centra voor Volwassenenonderwijs naar de hogeronderwijsinstellingen.
Vooraleer ze mogen starten moeten ze eerst groen licht krijgen van de NVAO. De educatieve graduaats- en masteropleidingen worden namelijk aanzien als nieuwe opleidingen. Ze moeten daarom een toets nieuwe opleiding (TNO) doorlopen, waarbij een onafhankelijke commissie van deskundigen nagaat of alle vereisten aanwezig zijn om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden en een waardevol diploma af te leveren.
Tijdens de beoordelingen hebben de commissies en de NVAO een veld in beweging gezien. Op korte tijd is er enorm veel werk verzet in de instellingen om deze nieuwe lerarenopleidingen sterk vorm te geven, ondanks de tijdsdruk. Een tijdsdruk die ook de NVAO mocht ervaren in haar procedures.
Uit de adviesrapporten blijkt alvast dat de commissies vertrouwen hebben in de kwaliteit van de educatieve opleidingen. Welteverstaan: het gaat hier om de potentiële kwaliteit. In het academiejaar 2022-2023 zal de NVAO de educatieve opleidingen opnieuw beoordelen in een eerste accreditatieronde, deze keer met oog op de gerealiseerde kwaliteit. Daarbij zal de NVAO bijzondere aandacht besteden aan de elementen die in het overzichtsrapport naar voren zijn gekomen. Het is aan de opleidingen om de komende jaren hun sterke punten te verzilveren en de aanbevelingen ter harte te nemen.
Ga je hiermee aan de slag?
Houd dan deze tips bij de hand!
Zorg voor helderheid en leesbaarheid
Als het informatiedossier afwijkt van de structuur van de standaarden, dan is het van belang dat de relatie met de belangrijke elementen uit het beoordelingskader toch duidelijk is voor de commissie. Eventueel kunnen kernwoorden in het dossier de relatie leggen met kernwoorden in het beoordelingskader. De helderheid en de leesbaarheid kan je verhogen door het basisdossier te beperken tot de essentie en met hyperlinks of via een intranetsysteem een dynamisch verband te leggen met ondersteunend, verdiepend materiaal.
Toon hoe de instelling functioneert als een open, lerende organisatie
Een informatiedossier en een organisatieaanpak worden sterker als de instelling duidelijk maakt dat ze al doende leert uit fouten en leert van anderen. Een lerende attitude, zowel door een interne als externe blik, bevordert het vertrouwen van de commissie.
Durf tekorten in beeld brengen en stel een concrete aanpak voor
Het verhelderen van nog te nemen stappen met een concreet en SMART-geformuleerd plan van aanpak maakt duidelijk dat de instelling weet wat er nog moet gebeuren en dat zij al op weg is naar een oplossing.
Voorzie voldoende en voldoende gevarieerde deelnemers voor de bevraging van het werkveld
De bevraging van het werkveld door de commissie is van cruciaal belang voor een goede beoordeling. Om dit goed te realiseren is het aantal deelnemers en de variatie ervan van groot belang. Houd er rekening mee dat er veelal op het laatst deelnemers wegvallen die verhinderd zijn.
Plan een grondig gesprek met het ontwikkelingsteam en het docententeam
Voor een commissie is het van groot belang een uitvoerig gesprek te hebben met deze teams, al of niet gezamenlijk. Is er een hecht team met een sterke betrokkenheid? Is er professionele ondersteuning bij de ontwikkeling en ook bij de verdere implementatie? Als het docententeam nog maar beperkt bekend is, dan is het interessant te weten welke de voornaamste criteria zijn voor de selectie en welke professionalisering concreet gepland is.
Wees niet te zuinig op de beschikbare tijd bij rotatiesystemen en bij speeddating
15 minuten is meestal te weinig voor een rotatie of een speeddate. Het is aan te bevelen minimaal 20 à 25 minuten te voorzien.
Zorg voor afwisseling met korte, verhelderende presentaties
Korte presentaties (pitches) van 5 à 10 minuten werken echt verhelderd als ze relevant zijn en goed zijn voorbereid.
Leer uit de analyse van aanbevelingen en voorwaarden
Het is interessant een globale analyse te maken van de aanbevelingen en voorwaarden uit de voorbije dossiers. Zonder twijfel geeft dit inspiratie voor een betere aanpak van de informatiedossiers en van de organisatie van het bezoek.