FEITEN
Educatieve opleidingen
Vanaf het academiejaar 2019-2020 vervangen de educatieve graduaats- en masteropleidingen de specifieke lerarenopleidingen (SLO's). Dat is één van de hervormingen, voorgesteld door Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits, met als doel zowel de lerarenopleiding als het lerarenberoep te versterken. Nieuw is bijvoorbeeld dat de lerarenopleiding aan de universiteit volledig ingebouwd zit in het gewone bachelor-mastertraject. Studenten die kiezen voor een educatieve master kunnen zo met hun master-diploma ook onmiddellijk als leraar aan de slag.
‘De versterking van de lerarenopleiding is een hervorming die een antwoord wil bieden op een van de grootste uitdagingen van het onderwijs de komende jaren: met name hoe ervoor gezorgd kan worden dat we de komende jaren voldoende leraren hebben, en dat die leraren de best mogelijke opleiding hebben genoten.’
VERSLAG COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAAMS PARLEMENT
Educatieve graduaatsopleidingen
Experten uit het werkveld (bv. bakker) kunnen aan de slag als leraar in het secundair onderwijs in praktijkgerichte vakken wanneer ze minstens drie jaar nuttige beroepservaring hebben. Vandaag volgen zij een specifieke lerarenopleiding aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs. Voor hen komt er vanaf volgend academiejaar een educatieve graduaatsopleiding aan de hogescholen. Zo worden de opleidingen en studenten volwaardig onderdeel van het hoger onderwijs. Deze trajecten hebben een studieomvang van 90 studiepunten.
Educatieve masteropleidingen
Wie nu aan de universiteit studeert en straks voor de klas wil staan, moet eerst een masterdiploma behalen en daarna een specifieke lerarenopleiding (SLO) afronden. Vanaf komend academiejaar zullen universiteitsstudenten een positieve keuze kunnen maken om leraar te worden via een educatieve master, zoals in Nederland reeds bestaat. De lerarenopleiding wordt dan volledig ingebouwd in het gewone bachelor-mastertraject. Dat betekent dat studenten die kiezen voor een educatieve master ook onmiddellijk met hun masterdiploma als leraar aan de slag kunnen. Aan de hogescholen zullen educatieve masters worden ingerichten rond de kunsten.
Het opleidingsprogramma van de educatieve master vormt een geïntegreerd geheel van leraarschap, vakdidactiek en vakinhoudelijke competenties en kennis in een domein, bijvoorbeeld economie of wetenschappen en technologie.
De educatieve masteropleidingen zullen worden aangeboden met een omvang van 90 of 120 studiepunten. Wie reeds over een diploma in een bepaald domein beschikt kan toegang krijgen tot het verkort traject.
NVAO waakt over de kwaliteit
NVAO kijkt in Nederland en Vlaanderen toe op de kwaliteit van het hoger onderwijs. Bij elke van de beoordelingen worden externe, onafhankelijke deskundigen (‘peers’) betrokken.
De educatieve graduaats- en masteropleidingen worden aanzien als nieuwe opleidingen. Ze moeten daarom een toets nieuwe opleiding (TNO) bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) doorlopen, waarbij een onafhankelijke commissie van deskundigen nagaat of alle vereisten aanwezig zijn om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden en een waardevol diploma af te leveren.
In samenwerking met studenten, instellingen en de overheid werd hiertoe een aangepast beoordelingskader uitgeschreven dat door de Vlaamse Regering op 8 juni 2018 werd bekrachtigd.
Deskundigheid van de commissies
De invulling van de deskundigheid in de commissies gebeurde steeds met de educatieve context in het achterhoofd: zo werd er bij de vakdeskundige over gewaakt dat deze steeds onderwijs verzorgt of heeft verzorgd in eenzelfde of verwante opleiding met hetzelfde niveau. Als werkvelddeskundige werd steeds gekozen voor iemand die beschikt over een goed overzicht van de eisen die het beroepenveld stelt aan de afgestudeerden. Verder telde elke commissie ook een lid met ervaring in externe kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en/of het auditen. Voor de invulling van de studentgebonden deskundigheid heeft NVAO via een open oproep studenten uit lerarenopleidingen geworven. De commissie werd steeds voorgezeten door een expert met bestuurlijke ervaring en ruime kennis van het Vlaamse hoger onderwijs en de lerarenopleidingen. Indien uit het ingediende informatiedossier nood bleek aan specifieke expertise, werd een extra commissielid toegevoegd.
Beoordeling door de commissies
De commissieleden bestudeerden het informatiedossier individueel en vormden vervolgens - vanuit hun eigen invalshoek en expertise - hun eerste indrukken. Tussen 12 november en 17 december 2018 werden alle toelichtende gesprekken voor de nieuwe educatieve opleidingen gevoerd. De commissies voerden gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding en de stakeholders die zij meebrachten. Tijdens het toelichtend gesprek traden de commissie en de gesprekspartners van de opleiding in dialoog over het dossier. De commissie verifieerde hier het beeld dat ze had van de opleiding op basis van het dossier terwijl de opleiding de ruimte kreeg om verder toe te lichten en in te vullen. Na het toelichtend gesprek en het vertrek van de gesprekspartners, kwam de commissie in een vergadering tot een weging van de positieve en kritische elementen uit het dossier. De commissie gaf daarbij een oordeel over de drie generieke kwaliteitswaarborgen uit het toets nieuwe opleiding (TNO) kader.
Bewaken van de consistentie
Het bewaken van de consistentie overheen de oordeelsvorming is voor NVAO belangrijk, en dit werd door een aantal maatregelen ondervangen:
- Alle commissies werden ingedeeld per vakdomein (vb.: ‘talen’ of ‘wetenschappen en technologie’). Eenzelfde commissie beoordeelde op die manier zoveel mogelijk opleidingen binnen eenzelfde domein teneinde een vergelijkbare beoordeling per domein te waarborgen.
- Om ook de gelijkaardige instellingsgerelateerde onderwerpen in de rapporten te borgen hebben de procescoördinatoren van NVAO een horizontale consistentiecheck uitgevoerd. De betrokken procescoördinatoren gingen hierbij na of er onderdelen in de rapporten waren die betrekking hebben op de instelling dan wel algemene onderdelen. Zoals steeds bij NVAO-beoordelingen, hebben de procescoördinatoren zich op geen enkele wijze ingelaten met het inhoudelijk advies van de commissie.
Waarderende Aanpak
NVAO’s Waarderende Aanpak was ook bij educatieve procedures de kernvisie. Deze aanpak neemt de context van de instelling als uitgangspunt en hierbij staan niet de inhoudelijke keuzes van de instelling, maar de consequente door- en uitvoering daarvan centraal. De commissie heeft aldus haar oordeel steeds gevormd op basis van zowel de positieve als de aandachtspunten.
CHECK OP KWALITEIT
NVAO'S ROL >