VRIJSPRAAK
Vergroot vormvrijheid in het kwaliteitszorgstelsel de betrokkenheid van studenten?
Jan-Yme de Boer
Oud-bestuurslid Interstedelijk Studenten Overleg (ISO)
No guts, no vormvrijheid
Dat de afgelopen jaren veel aandacht is geweest voor het vergroten van de vormvrijheid in de accreditatiekaders is een positieve ontwikkeling. De hoop is dat het flexibiliseren van de vormgeving van de accreditatieprocessen zal bijdragen aan de beleving van eigenaarschap en betrokkenheid bij het accreditatieproces – en met een beetje geluk ook bij de omringende kwaliteitszorgprocessen. Niet alleen binnen instellingen en opleidingen, maar juist ook onder docenten en studenten, die de kern van het onderwijs vormen.
Vormvrijheid is een prachtig idee, maar het lijkt erop dat het in de meeste gevallen voor opleidingen en instellingen toch lastig blijkt om deze mogelijkheden daadwerkelijk in praktische winst om te zetten. Uiteindelijk moeten opleidingen en instellingen ondanks alle vrijheden toch een panel overtuigen van de kwaliteit van hun onderwijs. Niet zelden wordt dat toch spannend gevonden en niet zelden lijkt het vermijden van risico’s een verstandiger keuze.
Misschien is het kiezen voor meer vormvrijheid inderdaad wel een risico, maar het draagt nergens aan bij wanneer we terug blijven vallen op veilige vertrouwde vormen. Misschien verkondig ik nu wel een evangelie dat over de lengte van dit magazine van de pagina’s spat. Als dat zo is, dan lijkt me dat in ieder geval niet bezwaarlijk. Volgens mij is het namelijk tijd dat we bij de wens om autonoom en eigen te zijn, het zelfvertrouwen voegen dat daar toch echt voor nodig is.
Er zijn uiteraard wel degelijk opleidingen en instellingen die lef tonen en vormvrijheid aandurven. Het ISO prijst zich bijvoorbeeld gelukkig getuige te zijn van de experimenten die aan Hogeschool Rotterdam en de Universiteit Utrecht plaatsvinden. Zinvolle zoektochten naar passende nieuwe manieren om vorm te geven aan het studentenhoofdstuk. Beide op duidelijk eigen wijze, en beide inspirerend.
Aan een studentenhoofdstuk is weinig te verliezen, maar veel te winnen. Een mooie plek om met vormvrijheid te beginnen!
John van Harten
Bestuurslid en portefeuillehouder Onderwijskwaliteit Landelijke Studentenvakbond (LSVb)
Studentbetrokkenheid voorop
Studenten hebben sinds 2016 een eigen hoofdstuk in het zelfevaluatierapport. Dit was mede bedoeld om de betrokkenheid van studenten te vergroten. De manier waarop studenten hier invulling aan geven staat hen vrij: een videoboodschap, een reflectie op de zelfevaluatie, of een lijst met aanvullende punten. Het kan allemaal.
De individuele opleiding verzekert dat het onafhankelijk en representatief is. Deze vrijheid om het zelf in te vullen klinkt mooi, maar roept ook de nodige vragen op. Wat is nu een goede invulling? En vergroot het daadwerkelijk de betrokkenheid van studenten?
Het vergroten van de betrokkenheid van studenten is in elk geval van groot belang. Uit het advies van de onderwijsraad (augustus 2015) komt naar voren dat betrokkenheid van studenten onontbeerlijk is bij het realiseren van een goede kwaliteitscultuur. De LSVb is het met de onderwijsraad eens dat er bij accreditaties voldoende ruimte moet zijn om de eigen onderwijsvisie van de opleiding mee te nemen in de beoordeling. Het is om die reden van belang dat er enige mate van vrijheid wordt geboden binnen de kaders.
De Hogeschool Rotterdam en de Universiteit Utrecht zijn aan het experimenteren met de vormvrijheid van het studentenhoofdstuk. Een experiment dat we als studentenorganisatie vanzelfsprekend ondersteunen. De uitdaging is om niet alleen de medezeggenschap warm te laten lopen (en voldoende te faciliteren) voor het kwaliteitszorgstelsel, maar te zorgen dat iedere student ziet dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de opleiding die ze volgen. Dit betekent dat je niet een keer in de zes jaar studenten bij elkaar haalt om te reflecteren op de kwaliteit van de opleiding, maar veel vaker studenten betrekt in gesprekken over die kwaliteit.
Als docenten en studenten voldoende betrokken worden bij het proces van kwaliteitsverbetering kom het met het onderwijs wel goed.