COLUMN

Ideale vormvrijheid voor instellingen

Marc D’havé

Diensthoofd Kwaliteitsborging Hogeschool Gent

Bij deze column dacht ik spontaan aan een zin uit het lied De Eenvoud van Stef Bos: “Ik heb geleerd van Erich Kästner dat een woord zoveel betekent, dat je er niet veel nodig hebt om te zeggen wat je voelt.”


Binnen het onderwijs wordt vrijheid hoog in het vaandel gedragen. Denk maar aan de vrijheid van onderwijs, één van de hoekstenen van onze (Westerse) samenleving. 

Vrijheid is geen doel op zich, maar een middel om autonoom en in volle verantwoordelijkheid een eigen project te realiseren en daarbinnen de keuzes te maken die nodig zijn. Sartre omschreef in dat verband ’vrijheid’ als “de verplichting om aan zichzelf te werken”


Een korte filosofische beschouwing als aanloop naar een antwoord op de centrale vraag van deze column: de ideale vormvrijheid voor een instelling/opleiding is de verplichting om te werken aan het eigen onderwijsproject, met de absolute vrijheid om de keuzes te maken die nodig zijn, en dit binnen een kader dat vormelijk de ruimte biedt om zich zelfbewust uit te drukken.


Aan de Hogeschool Gent zit de ideale vormvrijheid vervat in het proces van strategische planning. De strategische positionering van de hogeschool wordt vormgegeven aan de hand van de principes van Strategy by Design, waarbij autonomie en verantwoordelijkheid sleutelbegrippen zijn. 


Het strategisch plan van de HoGent vormt een overkoepelend beleidskader voor alle entiteiten van de hogeschool met negen strategische doelstellingen, die door de opleidingen, vakgroepen, faculteiten en ondersteunende diensten zelfbewust en in alle vrijheid vanuit hun specifieke context worden vertaald in operationele doelstellingen en acties. 


Die manier van werken draagt actief bij tot de kwaliteitscultuur aan de HoGent, waarbij studenten en medewerkers voorop staan en de mogelijkheid hebben om binnen een duidelijk beleidskader vorm te geven aan een eigen (onderwijs)project.