EDITORIAAL
Nieuwe opleidingen beoordelen in tijden van vormvrijheid
Tips van een ervaren commissievoorzitter
Eric Halsberghe
Eric Halsberghe was jarenlang algemeen directeur van de hogeschool Katho Zuid West-Vlaanderen en VIVES Hogeschool. Bij het bredere kwaliteitszorgpubliek staat hij bekend als gedreven commissievoorzitter. Door zijn ervaring en talrijke beoordelingen bij zowel Vlaamse als Nederlandse instellingen heeft hij een uitzonderlijke kijk op het hoger onderwijsveld. In Nederland gaat het beoordelingskader 2016 uit van meer vormvrijheid voor de instellingen en opleidingen. In Vlaanderen krijgt deze een plaats in het nieuwe kwaliteitszorgstelsel 2019-2025. Hoe ervaart een voorzitter een eerste ronde van ‘vormvrije’ toetsen van nieuwe opleidingen (TNO’s) in Nederland? En wat leert ons dat voor de toekomst? Tips voor Nederland, die later mogelijk ook toepasbaar zijn voor Vlaanderen.
“De vormvrijheid geeft aanleiding tot interessante experimenten zowel voor het informatiedossier als voor de organisatie van het bezoek van de commissie.”
De grote meerwaarde van vormvrijheid is dat instellingen de mogelijkheid krijgen om een enigszins bureaucratisch keurslijf van regels en vormvereisten van zich af te schudden, meer eigenaarschap op te nemen en sterker aan te sluiten bij de eigen sterktes. Maar ook voor de beoordeling door de commissie is dat een verrijking. Zo ontstaan nieuwe, verfrissende en creatieve invalshoeken. Doorheen verschillende bezoeken zag ik interessante experimenten voor zowel het informatiedossier als voor de organisatie van het bezoek van de commissie. In alle geval moeten de vormvrije tno’s efficiënt en effectief toelaten om de potentiële kwaliteit van de nieuwe opleiding zichtbaar te maken.
Student centraal plaatsen
Hogescholen en universiteiten moeten de mogelijkheden en kansen van de vormvrijheid verder verkennen, maar ik daag hen tegelijk uit om die speelruimte volledig te benutten en vormvrijheid vanuit verschillende invalshoeken te durven benaderen.
Wat als het verhaal geschreven wordt vanuit het oogpunt van studenten? Een informatiedossier dat uitgaat van wat de student belangrijk vindt, kan positief verrassen. Opleidingen kunnen een werkwijze ontwikkelen waarbij ze het informatiedossier opbouwen in co-creatie met studenten. Nemen ze mee de pen vast of gaan ze vooral na of de beschrijving van de basisinformatie over de opleiding, van de intake, van de opstart, van de doorstroom, van de evaluatie en van de doorstroommogelijkheden voor hen duidelijk en transparant zijn? Je kan in dialoog gaan over hoe zij de ondersteunende bijlagen evalueren. Hoe zal bij de doorontwikkeling van de opleiding gezorgd worden voor directe, snelle, ontwikkelingsgerichte feedback vanuit de studenten?
Bij de instellingsreviews in Vlaanderen werd het gesprek met studenten reeds vormvrij gelaten. In de praktijk zijn zij daar creatief mee aan de slag gegaan. In de ene instelling werden hun aandachtspunten vertolkt tijdens een voorstelling. In de andere instelling was er een studentenmarkt waar commissieleden verschillende thematafels konden bezoeken. Tijdens zo’n inbreng krijgt het contact met de studenten vaak een meer creatieve invulling dan de traditionele gesprekken.
Creatieve wisselwerking tussen vorm en inhoud
Die creativiteit kan je doortrekken naar de vorm van het informatiedossier. De vorm moet coherent zijn met de inhoud, zodat ze elkaar ondersteunen en aanvullen. Het lijkt een bijzaak, maar op die manier kan je als instelling het juiste perspectief meegeven en de commissie begeleiden in het begrijpen van de context van de opleiding en instelling. Zorg bijvoorbeeld bij gelijksoortige dossiers dat de vormgeving een duidelijk onderscheid maakt tussen het generieke en wat verschillend is.
“Het aanwenden van diverse werkvormen bij het bezoek bevordert de creativiteit en stimuleert nieuwe vraagstellingen.”
Verschillende typografie kan worden aangewend om kritische reflecties, werkpunten, plannen van aanpak duidelijk te profileren. Ingebedde ondersteunende elementen versterken het informatiedossier: beelden en schema’s, videomateriaal, getuigenissen, links met ondersteunend verhelderend materiaal, kernwoorden in de marge die verwijzen naar kernwoorden uit het beoordelingskader.
De klassieke gesprekkenroutine doorbreken
Het aanwenden van diverse werkvormen (korte presentaties of pitches, binnen- en buitencirkel, rotatiesystemen, speeddate …) bij het bezoek bevordert de creativiteit en stimuleert nieuwe vraagstellingen. Hoe krijgt de commissie een goed beeld van de leeromgeving? Een korte presentatie van bijvoorbeeld het openleersysteem en van de fysieke leeromgeving kunnen helpen, op voorwaarde dat die goed doordacht en getimed is.
Netwerkbenadering
Een lerende organisatie beweegt zich in een ruimer netwerk. De kwaliteit van een nieuwe opleiding waarborgen kan best gebeuren in verbondenheid en in wisselwerking met diverse externe partners. Hoe betrokkenheid en wisselwerking met het werkveld creëren? Hoe samenwerken met andere instellingen van hoger onderwijs? Hoe leren van andere instellingen, hoe eigen leerervaringen delen met andere instellingen? Hoe zorgen voor een ‘externe blik’ op het proces door onder meer studentenparticipatie en het betrekken van externe deskundigen?
Ga je hiermee aan de slag?
Houd dan deze tips bij de hand!
Zorg voor helderheid en leesbaarheid
Als het informatiedossier afwijkt van de structuur van de standaarden, dan is het van belang dat de relatie met de belangrijke elementen uit het beoordelingskader toch duidelijk is voor de commissie. Eventueel kunnen kernwoorden in het dossier de relatie leggen met kernwoorden in het beoordelingskader. De helderheid en de leesbaarheid kan je verhogen door het basisdossier te beperken tot de essentie en met hyperlinks of via een intranetsysteem een dynamisch verband te leggen met ondersteunend, verdiepend materiaal.
Toon hoe de instelling functioneert als een open, lerende organisatie
Een informatiedossier en een organisatieaanpak worden sterker als de instelling duidelijk maakt dat ze al doende leert uit fouten en leert van anderen. Een lerende attitude, zowel door een interne als externe blik, bevordert het vertrouwen van de commissie.
Durf tekorten in beeld brengen en stel een concrete aanpak voor
Het verhelderen van nog te nemen stappen met een concreet en SMART-geformuleerd plan van aanpak maakt duidelijk dat de instelling weet wat er nog moet gebeuren en dat zij al op weg is naar een oplossing.
Voorzie voldoende en voldoende gevarieerde deelnemers voor de bevraging van het werkveld
De bevraging van het werkveld door de commissie is van cruciaal belang voor een goede beoordeling. Om dit goed te realiseren is het aantal deelnemers en de variatie ervan van groot belang. Houd er rekening mee dat er veelal op het laatst deelnemers wegvallen die verhinderd zijn.
Plan een grondig gesprek met het ontwikkelingsteam en het docententeam
Voor een commissie is het van groot belang een uitvoerig gesprek te hebben met deze teams, al of niet gezamenlijk. Is er een hecht team met een sterke betrokkenheid? Is er professionele ondersteuning bij de ontwikkeling en ook bij de verdere implementatie? Als het docententeam nog maar beperkt bekend is, dan is het interessant te weten welke de voornaamste criteria zijn voor de selectie en welke professionalisering concreet gepland is.
Wees niet te zuinig op de beschikbare tijd bij rotatiesystemen en bij speeddating
15 minuten is meestal te weinig voor een rotatie of een speeddate. Het is aan te bevelen minimaal 20 à 25 minuten te voorzien.
Zorg voor afwisseling met korte, verhelderende presentaties
Korte presentaties (pitches) van 5 à 10 minuten werken echt verhelderd als ze relevant zijn en goed zijn voorbereid.
Leer uit de analyse van aanbevelingen en voorwaarden
Het is interessant een globale analyse te maken van de aanbevelingen en voorwaarden uit de voorbije dossiers. Zonder twijfel geeft dit inspiratie voor een betere aanpak van de informatiedossiers en van de organisatie van het bezoek.
Ga je hiermee aan de slag?
Klik hier voor de tips!